Privé of via een BV: waar past uw belegging het best?
De politiek zoekt naar een nieuw, ‘eerlijker’ box-3-stelsel, terwijl de invoering op zijn vroegst 1 januari 2028 gerealiseerd wordt. Tegelijkertijd is de belastingdruk in box 2 gewijzigd met de overgang naar een tweeschijvenstelsel. De keuze tussen box 3 en box 2 is echter niet alleen een fiscale, maar ook een strategische — met gevolgen voor rendement, vermogensopbouw en overdracht.
De komende jaren blijft de fiscale behandeling van vermogen onderwerp van politiek debat. Terwijl de precieze invulling van box 3 nog ter discussie staat, kijken veel beleggers vooruit: is een BV fiscaal of strategisch aantrekkelijker, of juist niet?
Twee routes, twee belastingregimes
Wie privé belegt, valt in box 3 van de inkomstenbelasting1). Daar wordt belasting geheven over een fictief rendement op uw vermogen. Voor 2025 gaat de Belastingdienst uit van een forfaitair rendement van 5,88%, voor 2026 stijgt dit naar 7,88%.
Wie via een BV belegt, betaalt in plaats daarvan vennootschapsbelasting over de gerealiseerde winst. Pas wanneer de winst wordt uitgekeerd aan privé, volgt belasting in box 2. Dat biedt meer regie over het moment van heffing, maar vraagt ook om extra administratie en kosten.
Voor wie zijn rendement grotendeels wil herinvesteren of flexibel wil omgaan met het moment van uitkeren, kan een BV-structuur aantrekkelijk zijn.
Wat bepaalt welke optie fiscaal aantrekkelijker is?
Welke structuur fiscaal het meest aantrekkelijk is, hangt geheel af van de persoonlijke situatie per belegger. Factoren die hierbij een rol kunnen spelen zijn onder meer:
- de omvang van het vermogen en het werkelijke rendement;
- de investeringshorizon (korte of lange termijn); en,
- de wens om vermogen te herinvesteren of juist naar privé te onttrekken.
Wie rendementen wil laten doorgroeien binnen zijn BV, kan op langere termijn wellicht profiteren van de in beginsel lagere belastingdruk. Voor beleggers die hun rendement periodiek willen besteden, is box 3 vaak eenvoudiger en voordeliger.
Strategische overwegingen
Naast de fiscale overwegingen kunnen ook andere factoren een rol spelen:
- Vermogensgroei: Binnen een BV kan rendement voordelig worden herbelegd. Dat maakt een BV-structuur aantrekkelijk voor wie zijn vermogen wil laten doorgroeien en langere termijn vermogensopbouw nastreeft.
- Flexibiliteit: U bepaalt zelf het moment wanneer u winst uitkeert naar privé en dus wanneer u belasting betaalt. De timing kan worden afgestemd met de inkomensplanning, toekomstige investeringen of een mogelijke verkoop van andere bezittingen.
- Risicobeheersing: Een BV scheidt zakelijk en privévermogen waarmee men het aansprakelijkheidsrisico kan beperken. Dit kan met name interessant zijn als beleggingen omvangrijker worden of gecombineerd worden met andere (risicovolle) activiteiten.
- Opvolging en overdracht: Overdracht van vermogen aan de volgende generatie kan middels een BV eenvoudiger te structureren zijn door aandelenoverdracht in plaats van het overdragen van afzonderlijke beleggingen. Bij overdracht is wel inkomstenbelasting verschuldigd.
- Administratie: Een BV brengt administratieverplichtingen en kosten met zich mee; voor kleinere portefeuilles kan dit zwaarder wegen dan het fiscale voordeel.
Welke structuur het best past, hangt dus sterk af van de persoonlijke situatie, vermogensdoelstellingen en toekomstplannen van u als belegger – in tijden van onzekerheid is een blik vooruit de moeite waard.
Zakelijk beleggen zowel als overdracht van participaties van privé naar een BV (of omgekeerd) is binnen de fondsen van Hanzevast eenvoudig mogelijk. Voor vragen over de procedure kunt u contact met ons opnemen via participanten@hanzevast.nl. Wij adviseren beleggers zich goed te laten adviseren door hun fiscalist of accountant, die inzicht kan geven in de persoonlijke fiscale positie.
- Uitzonderingen daargelaten, zo kunnen scheepvaartbeleggingen bijvoorbeeld in box 1 vallen.
